Workshops ronde 1
1.1 Kunnen we (al) bevers modelleren? – Een interactieve verkenning met het ABM
Benthe Noyons, Deltares
In deze workshop verkennen we de mogelijkheden en beperkingen van het agent-based model (ABM) voor bevers. Het model biedt een ruimtelijk overzicht van potentiële graverijlocaties tijdens hoogwater, maar is geen kristallen bol. We gaan in gesprek over de aannames die het model onderliggen, draaien het live met verschillende parameters en vergelijken de uitkomsten met praktijkdata. De sessie is bedoeld als interactieve verkenning: wat kunnen we met het ABM, wat niet, en hoe helpt het ons om prioriteiten te stellen in beheer? Deelnemers krijgen inzicht in hoe modeluitkomsten tot stand komen en waarom validatie en nuance cruciaal zijn. Kortom: een workshop die uitnodigt tot kritisch denken en gezamenlijke reflectie op het modelleren van bevergedrag.
1.2 Monitoringsopgave in de landelijke aanpak
Oscar van Dam, STOWA
Eén van de pijler van de landelijk bever aanpak is monitoring. Monitoring van 1) het aantal bevers (beverfamilies) en waar deze zich bevinden; 2) beverburchten en beverdammen; 3) schades die door bevers worden aangericht en 4) preventieve maatregelen en de effectiviteit ervan (en mogelijk kosten). Al deze informatie is nodig om beter inzicht te krijgen in het gedrag en de effecten van de bever, hoe we hier het beste mee om kunnen gaan en hoe de beverpopulatie zich ontwikkeld. De monitoringsgegevens zijn tevens input voor de risicoanalyses en de zoneringskaarten, andere te ontwikkelen producten van de landelijke aanpak.
Om tot een landelijk monitoring te komen zijn veel organisaties betrokken. Wie zijn dat en wat doen ze precies? Wat willen we precies vastleggen? En dus ook: waar willen we over rapporteren? Wordt er informatie niet vastgelegd wat wel van belang kan zijn? Denk mee en maak daarmee de landelijke monitoring tot een succes!
1.3 Te groot risico voor de infra? Bever niet welkom!
Reindert Stellingwerff, Rijkswaterstaat
Graverij van bevers heeft op veel plaatsen impact op de infrastructuur. Dijken, wegen en spoorwegen kunnen worden ondermijnd, wat de kans op falen vergroot. Als het risico te hoog is, met veel potentiële schade of slachtoffers vraagt dit om maatregelen om de bever te weren, zoals een zone waarin de ‘Bever niet welkom’ is. De risicokaart stellen we in 2026 op als werkpakket van de Nationale aanpak Bever.
Hoe bepaal je wat een te groot risico is en hoe krijg je overzicht voor jouw areaal? Hoe krijgen we een goede nationale risicokaart, die ook bruikbaar is voor ander operationeel beleid? Hoe vertalen we de risicokaart in de zones waar bever al dan niet welkom is?
In deze workshop duiken we in de wereld van de risicoanalyse, het maken van zoneringskaarten rond jouw infrastructuur en de verbinding met de kaarten uit faunabeheerplannen. Jouw expertise en meedenkkracht gebruiken we voor een goed werkpakketplan.
1.4 Beverrisicoanalyse voor jouw watersysteem
Wiet van Bragt, Waterschap Aa en Maas
Beveractiviteit hoort bij een vitaal en natuurlijk watersysteem, maar kan ook risico’s met zich meebrengen. Denk aan graafschade in keringen, wateroverlast door dammen of ongewenste ecologische effecten. In deze workshop leer je hoe je zelf een risicoanalyse maakt voor jouw eigen watersysteem. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en actuele kennis over bevergedrag onderzoeken we samen waar de grootste kwetsbaarheden liggen en hoe je risico’s inzichtelijk maakt. Je gaat zelf aan de slag met het in kaart brengen van kansen en bedreigingen in jouw gebied, en leert welke stappen en criteria helpen om tot een onderbouwde analyse te komen. Het resultaat: een praktische eerste schets van de risico’s in jouw systeem én concrete handvatten om hier binnen je organisatie mee verder te werken.
